Als je bij de kust woont kun je misschien zelf je oesters rapen, anders wordt dit een beetje een dure aangelegenheid. Een mooi alternatief zijn de in blokken ingevroren oesters (454 gram) die bij de toko voor zo’n 6 euro te koop zijn. Daar gaat dit recept dus vanuit:
- Ontdooi een pak oesters (foto 1). Hak ze redelijk fijn. (foto 2). Ik gebruikte daarvoor de keukenmachine. Gooi het vocht niet weg. Voeg nog 100 ml water toe en zet dit prutje op het vuur. (foto 3)
- Laat het 5 minuutjes op hoog vuur koken, daarna nog een half uurtje op laag vuur. Zet ramen open want het stinkt enorm.
- Zeef de drab, liefst door een kaasdoek. (foto 4)
- Voeg bij het vocht dat je overhoudt 3 eetlepels chinese lichte sojasaus of kikoman (foto 5 en 6) en klaar is Kees.
Dit mengsel kun je een week in de koelkast bewaren. Handiger is het als ijsblokjes in te vriezen. Persoonlijk vond ik het resultaat een beetje tegenvallen. Het smaakt gewoon naar sojasaus en oesters: plat en een-dimensionaal. En daarmee dus heel anders dan wat je kant-en-klaar in flesjes koopt. Misschien ligt het aan het recept, ik had zelf verwacht dat het veel en veel langer in had moeten koken. Misschien ook nog wel fermenteren? Of misschien is dit de basis van een ingewikkeldere (oester-)saus met suiker, maïzena, gember, shaoxing.
Hoe dan ook was het een leuk experiment, maar aanraden kan ik het niet. Behalve misschien als je allergisch bent voor al die toevoegingen die er in de meeste flesjes zitten.